Competenties sportkunde

De competenties heb ik beschreven met behulp van de STARR methoden.


1. Professionele Sportkundige identiteit

De Sportkundige heeft een professionele identiteit waarin hij zijn sporteigenheid koppelt aan onderzoekend- en creërend vermogen en daarmee de eigen en collectieve kennis van de beroepsgroep en -domein blijvend ontwikkelt. Hij (ver)kent mogelijkheden in dynamische contexten op zoek naar dialoog en co-creatie op verschillende niveaus om waarde te creëren. Hij positioneert en profileert daarin de rol van de Sportkundige.


Tijdens mijn stage periode bij ECO-Coaching kwam ik erachter dat ECO-Coaching(wat een trainingsvorm is bij de SC Heerenveen jeugd) nooit onderzoek heeft gedaan wat nou de effectiviteit van ECO-Coaching is en hoe deze trainingsvorm voor SC Heereveen en voor ECO-Coach zelf nog kon verbeteren. Hier ben ik mij tijdens mijn stage een hele periode mee bezig geweest. Ik vond dat dit onderzoek nodig was want als trainingsvorm moet je toch weten wat de sporter uiteindelijk aan heeft.

Ik ben begonnen met bedenken hoe dit het best te meten was dat was moeilijker dan eerst gedacht want ECO-Coach zelf traint zowel op het fysieke als op het mentale gebied, en het mentale gedeelte is lastig te meten. Uiteindelijk heb ik met nog stagegenoot bedacht om eerst een vragenlijst te maken met daarop vragen zoals hoe de speler de training vond, hoe de speler zichzelf vond presteren tijdens de training en of de speler nog een tip en top heeft voor de op die dag gegeven training. Deze vragenlijst hebben we alle selectiespelers van SC Heereveen JO19 3 keer laten invullen na een training. Uit de ingevulde formulieren hebben we de resultaten in grafieken gezet en de tips en tops alvast even op een rijtje gezet. Na de vragenlijsten vonden we zelf dat we nog niet eruit haalden wat we wilde. Daarom hebben we na de vragenlijsten nog interviews gehouden met spelers om er dieper op in te gaan op de vragen die we al in de vragenlijsten stelden. We hebben spelers gekozen voor ons interview die voor ons de vragenlijsten anders invulde dan de rest. Eén speler omdat hij heel uitgebreid het formulier invulde en er dus echt over na had gedacht, één speler omdat die juist heel kort het formulier had ingevuld en er dus wat minder over na had gedacht en één speler die heel erg van het beter worden op wat voor manier dan ook het formulier had ingevuld. Met deze spelers hebben we interviews gehouden en daar kwamen uitkomsten uit zoals wat ECO-Coach voor hen betekende, of het hun als spelers beter maakte en hoe de ECO-Coach training nog beter kon volgens hun. We hebben bewust 3 verschillende spelers genomen omdat we dan uitkomsten kregen vanuit verschillende oogpunten. 

Het resultaat van het onderzoek "wat is de effectiviteit van ECO-Coaching?" is als volgt. De ene speler zei dat hij een erg groot verschil merkt door de ECO-training omdat je anders dan anders traint en de andere speler zei dat je wel verschil merkt maar in mindere maten en dat hij dacht dat je door meer trainingen wel sneller een verschil gaat merken(want op dit moment is de ECO-training één in de week). Daarnaast heeft de ECO-Coach training veel tips gegeven die nu mee zijn genomen in de ECO-Coach training die nu wordt gegeven. Een paar voorbeelden van tips die er gegeven werden waren, meer competitie element toevoegen, meer feedback krijgen over hoe de speler zich ontwikkeld en meer op het teamgevoel trainen.

Ik ben trots op het resultaat want wij hebben door ons onderzoek goed in beeld kunnen brengen wat de effectiviteit van ECO-Coaching is bij de SC Heerenveen JO19 spelers. Daarnaast werd er na ons onderzoek meteen wat mee gedaan. Want de eerst volgende training na ons onderzoek werd er meteen getraind op team en competitie, dat zorgde voor een enorm gevoel van waardering. Ik vind zelf dat het onderzoek niet helemaal vlekkeloos verging, met name op het begin. Op het begin was er veel discussie hoe we dit moesten aanpakken en wat we dan zouden opleveren. Maar door veel proberen en ontwikkelen vindt ik dat we het uiteindelijk goed hebben opgepakt. Wat dus niet goed ging was de opstart van het onderzoek met veel gepraat met weinig resultaat. Wat wel goed ging vindt ik dat we onze afspraken altijd zijn nagekomen als ergens een deadline voor bedacht hadden.

 


Naast het onderzoek van vorig jaar bij ECO-Coaching ben ik dit jaar een half jaar bezig geweest met een ander groot project namelijk vitale stad. Dit project wordt uitgevoerd in groepsverband met als doel een stad vitaler maken. Ik had samen met mijn groepje de stad Parijs. Deze stad hebben wij gekozen omdat er in Parijs al veel grote sportevenementen gehouden worden en de Olympische spelen in 2024 in Parijs gehouden zodat wij deze konden gebruiken om de stad gezonder en vitaler te maken. Ik doe dit project samen met Wilte Nijhuis, Marnix Zandstra, Harmen Vlietstra en Ferdi Zijlstra.

Wij als groepje hebben bedacht om de infrastructuur aan te passen op bewegen en sport. Dus dat er gesport kan worden in parkjes etc. Maar ook dat infrastructuur uitnodigt om op de fiets naar bijvoorbeeld werk te gaan. Daarnaast gebruiken wij hierbij de huidige trends en ontwikkelingen denk hierbij aan verkeer gericht op duurzaamheid. Ook willen gebruik maken van de evenementen in Parijs zoals een amateurwedstrijd organiseren vlak voordat de Tour de France in Parijs aankomt. Om zo mensen te activeren om te gaan sporten en in beweging te komen. Daarnaast hebben wij bedacht om dit eerst in één bepaalde arrondissement te doen namelijk arrondissement 16 wij hebben deze gekozen omdat in arrondissement 16 veel jonge gezinnen wonen, Roland Garos en PSG daar zich bevindt en omdat het naast een bos bevindt wat het voor sporten ook heel aantrekkelijk maakt. Binnen het arrondissement hebben we ons gericht op drie segmenten namelijk bewoners 25 t/m 35 jaar, onderwijs en sporttoeristen. Onze concrete ideeën die wij als groepje hebben bedacht om arrondissement 16 vitaler luiden als volgt:

- Bewegingsmogelijkheden in de openbare ruimte

- Fietspaden aanleggen en elektrisch vervoer

- Gebruik maken van de legacy van de Olympische spelen

- Bestaande sportevenementen(PSG, Roland Garos) om sport te stimuleren

- Onderwijs aanpassen naar een gezonde omgeving

- Verduurzaming van het arrondissement

Deze veranderingen in het resulteert in de volgende veranderingen in het arrondissement namelijk gezondheidsverbetering voor zowel volwassenen als kinderen, leefomgeving dat uitnodigt om te bewegen en gezond te zijn, minder ziekteverzuim, effectiever op het werk, minder auto's op de weg en meer fietsers, Meer toeristen voor sport in arrondissement, hoger werkgelegenheid, hoger welvaart in het arrondissement, gezondere luchtkwaliteit, arrondissement 16 wordt gezien als sportarrondissement en sporten wordt erg laagdrempelig. Al deze resultaten kan als een mooi voorbeeld zijn voor de andere arrondissementen in Parijs, om zo arrondissement na arrondissement Parijs helemaal vitaal te maken. 

Mijn taak in dit project is dat ik ten eerste mijn eigen taken goed en op tijd af had. Maar binnen de groep deelde ik de taken ook wel uit en nam in initiatief met het bedenken met ideeën daarnaast spoorde ik de groep ook aan om bezig te gaan wanneer dat nodig was. Ook deelde ik mijn mening binnen de groep als ik ergens niet mee eens was of juist wel. Ik was in de groep niet de echte leider die altijd het voortouw nam. Maar soms als ik vond dat dat nodig was deed ik het wel. 

Ik ben erg tevreden met het resultaat dat wij hebben neergezet ik vond dat we serieus werken en gezelligheid goed combineerde. Daarnaast ben ik er van overtuigd dat het echt kan werken om zo een stad vitaler te maken, hier had ik vooraf wel mijn twijfels over. Over hoe een paar studenten nou een hele stad vitaler kunnen maken. Daarom maakt dit resultaat mij trots. Ik zou het project grotendeels hetzelfde aanpakken als de vorige keer. Wat nog beter kon is denk dat we soms iets te lang het te gezelligheid hadden waardoor we af en toe dagen hadden dat we weinig deden. Maar ondanks dat hebben we als groep alle deadlines met gemak gehaald, dus zo erg heeft het ons ook niet gehinderd.


Verder heb ik door middel van mijn cursussen fitnessinstructeur, sportmassage, PMT en cursus tapen en bandageren mezelf aan het onderscheiden van andere studenten. Ik heb door de cursus fitnessinstructeur en sportmassage ook nieuw werk, ik werk nu namelijk als fitnessinstructeur bij Prima Life en als masseur bij studentenmassage. Door deze banen bouw ik alvast een netwerk op voor mijn toekomstige baan. Dit gaat mij hopelijk helpen wanneer ik afstudeert ben en als ik dan een baan wil.

Bewijslast

Vitale stad
Word – 698,6 KB 155 downloads

2. Handelt methodisch en evidence informed

De Sportkundige handelt methodisch. Hij ondersteunt de vraagarticulatie bij praktijkvraagstukken en formuleert, gebaseerd op een zorgvuldige afweging van verschillende bronnen, het best mogelijke antwoord in gezamenlijkheid met stakeholders. Daarbij draagt de Sportkundige bij aan de kennisontwikkeling van de beroepsgroep.


Tijdens mijn stage heb ik een onderzoek gehouden naar de effectiviteit van de ECO-Coach training. hierbij heb ik eerst een literatuur onderzoek gehouden naar de doelgroep, daarna heb ik vragenlijsten gemaakt om uiteindelijk antwoord op mijn vraag te krijgen. Het literatuur onderzoek heb ik gedaan met betrouwbare bronnen op internet. Voordat ik de vragenlijsten ging maken heb ik eerst 4 interviews gehouden met de hoofdtrainer van SC Heerenveen JO19 Paul Ravenau. Hij kent de spelers het beste dus daarom vroeg ik hem op advies hoe hij het aan zou pakken dit advies heb ik gebruikt bij het maken van de vragenlijsten. Daarnaast had ik Paul Ravenau ook nodig zodat de spelers het serieus en goed gingen invullen want het is anders als de hoofdtrainer de vragenlijsten uitdeelt dan een paar stagelopers. De ingevulde vragenlijsten heb ik verwerkt in infographic met daarbij wat tekst en grafieken zodat het duidelijk en overzichtelijk bleef. 

Na de vragenlijsten heb ik interviews bij spelers afgenomen, voordat ik de interviews had afgenomen ging ik naar mijn stagebegeleider John Apeldoorn om advies te vragen wat de beste manier was om spelers van SC Heerenveen JO19 te interviewen. Hij vertelde me dat je omdat je erachter wou komen wat de effectiviteit van de ECO-Coach training was je interview zo te maken dat het in teken staat van de golden circle van Simon Sinek om met behulp hiervan erachter zien te komen wat ze doen, hoe ze het doen en waarom ze dat dan doen. Dat heeft mij enorm geholpen bij het interviewen van de spelers. De interviews heb ik opgenomen zodat ik hem achteraf nog kon terugluisteren en zo ik niks miste. Met deze interviews heb ik de resultaten uiteindelijk verwerkt in een infographic.

Er gingen dingen goed zoals het gebruiken van de kennis van Paul Ravenau en John Apeldoorn voor mijn onderzoek. Maar er konden ook dingen beter zoals de volgende keer zou ik een uitgebreider literatuur onderzoek doen naar de doelgroep. Ik denk dat mij dat zou geholpen kunnen helpen tijdens het onderzoek onder meer omdat ik dan meer inzicht in de doelgroep had gehad. 


Tijdens mijn derde schooljaar op Sportkunde hebben we opdracht vitale stad gedaan waarbij van ons verwacht werd om een stad vitaler te maken. Dit project begint natuurlijk met een groot onderzoek, in dit onderzoek hebben we de DNA van Parijs achterhaald. Maar ook onderzocht waar mogelijkheden liggen om Parijs vitaler te maken.

Dit hebben we als volgt gedaan, eerst hebben we een DESTEP analyse gemaakt over Parijs hierdoor hebben we de meeste informatie over Parijs binnen. Toen dit klaar was hebben we de informatie geclusterd, we hebben gekeken welke factoren samenhangen en hoe we dit eventueel kunnen laten samen werken. Uit deze informatie hebben we kernonzekerheden kunnen halen, hiermee wordt bedoelt op welk vlak is Parijs nog erg onzeker zoals tweedeling leefstijlen binnen Parijs en veiligheid. Van de kernonzekerheden hebben we vervolgens twee gepakt waarbij wij dachten dat we daar goed op kunnen inspelen om de stad vitaler te maken. Hieruit zijn uiteindelijk vier scenario's geschreven van hoe het zou kunnen zijn in de toekomst.

Met vitale stad twee gingen we verder met één van deze scenario's die toegepast gaan worden in Parijs. Dit hebben we gedaan door eerst de segmenten gaan bepalen waar we het op gaan gebruiken. Dit hebben we met behulp van verschillende methodes gedaan zoals Business Model Canvas maar ook met probleem analyses, jobs, gains en pains. Hierdoor kregen we een goed beeld welke segmenten het beste was om op in te spelen hierbij hebben wij ook gekeken uit de 3'bs(bedrijven, bewoners, bezoekers). Uit deze jobs, pains en gains hebben we value mapping hierin hebben we 'products en services' beschreven dit zijn de producten en diensten die wij willen implementeren in ons plan. Daarnaast hebben we ook 'gain creators' opgesteld hierbij wordt beschreven wat de opbrengst is voor de klant. Als laatst hebben 'pain relievers' opgesteld hierbij wordt beschreven hoe wij de pijn van de klant kunnen verlichten. Uit deze value mapping hebben we ons interventieprogramma gemaakt met concrete projecten en oplossingen om zo Parijs vitaler te maken.

Mijn taak in methodisch handelen was dat ik betrouwbare bronnen gebruikte voor de informatie die ik vond. Daarnaast was het belangrijk om alle aangereikte literatuur te gebruiken die werden gegeven door de leraren in de lessen. Deze moesten goed en op de juiste momenten gebruikt worden binnen het project. 

Het resultaat van op deze manier werken is dat we werkte op de manier die de leraren aanreikte om zo het gewenste resultaat te halen voor ons project. Verder denk ik dat we door deze aanpak het gewenste resultaat gehaald van ons project. Ook werd er met enthousiaste gereageerd door de leraren van hoe wij dit project aanpakte.

Met het opgeleverde resultaat ben ik erg tevreden, dit merkte ik ook zeker bij de laatste opdracht toen we hetzelfde nog eens moesten toepassen bij een gemeente in Nederland. Het hele onderzoek ging heel soepel en snel en al snel hadden we een interventie programma, dit geeft aan dat wij als groep veel geleerd hebben van deze manier van onderzoeken. Ik zou het de volgende keren hetzelfde doen alleen zou ik alleen de van de leraar aangereikte manier doen. In vitale stad één deden wij ook nog extra dingen om informatie over Parijs te achterhalen zoals een matrix. Dit bleek later weinig zin te hebben want hier hebben niks mee gedaan in ons verslag.

Bewijslast


3. Werkt samen in teams en netwerken

De Sportkundige gaat relaties, samenwerkingsverbanden en/of coalities aan en verkent de grenzen van het eigen beroep om gemeenschappelijke doelen efficiënt na te streven en daarmee waarde te creëren. De Sportkundige profileert en legitimeert zich binnen deze professionele netwerken.


Tijdens mijn stage periode heb ik een onderzoek gedaan naar de effectiviteit van ECO-Coaching. Dit onderzoek heb ik uitgevoerd met een mede stage student. Tijdens ons onderzoek was de samenwerking heel erg belangrijk, niet alleen met elkaar maar hebben we ook andere mensen bij ons onderzoek betrokken waar wij mee samen werkten.

Tijdens ons onderzoek was de samenwerking met mijn mede student erg belangrijk omdat we samen een doel voor ogen hadden en als er 1 van ons zijn woord niet na kwam, dit doel niet zouden halen. De samenwerking tussen Oeds en mij gebeurde op de stage en als het teveel was ook thuis. Onze taak op het gebied van samenwerken tijdens ons onderzoek waren de afspraken maken met de hoofdtrainer van SC Heerenveen JO19 Paul Ravenau. Met hem hebben we afgesproken hoe we ons onderzoek gaan uitvoeren en wanneer hij de spelers aanstuurde om mee te werken aan ons onderzoek. Hierbij moesten we goed overleggen wanneer wat gebeurde. Een andere taak was de samenwerking met Ruurd Visser hij was een Hanze leraar aan de geneeskunde opleiding. We werkte met hem samen om hulp te vragen hoe we het op papier gingen zetten en hoe we het gaan presenteren aan trainers en spelers van SC Heerenveen. De samenwerking tussen Paul Ravenau, Ruurd visser, Oeds Veenstra en ik hebben een mooi product opgeleverd voor SC Heerenveen, het verbeteren van de ECO-Coach training na tips van de spelers zelf en voor ECO-Coachen resultaten van wat ECO-Coachen voor meerwaarde heeft voor de SC Heerenveen spelers. Dit product hebben we ook gepresenteerd aan de ECO-Coachen, trainers en spelers van SC Heerenveen om. Hierop kregen we een erg positive reactie op terug van beide kanten. Dit heeft als gevolg dat achteraf gezien de samenwerking goed is geweest en we goed gebruik hebben gemaakt van Paul Ravenau en Ruurd Visser tijdens ons onderzoek. De samenwerking met Paul en Ruurd zou wel iets verbetert kunnen worden want wij moesten regelmatig achter hun aan moesten. Maar dat begrijp ik ook wel want hun hebben het super druk en daarom legde ze alles qua planning iniatitief bij ons neer.   


Tijdens het project Vitale stad is de bedoeling dat je met een groepje van 5 samen gaat werken aan een project. Ik heb dit project gedaan met Wilte Nijhuis, Ferdi Zijlstra, Marnix Zandstra en Harmen Vlietstra. De samenwerking hebben we in alle tijden op school gedaan en als het nodig is spraken we elkaar via Whatsapp of via Skype.

Tijdens dit project is samenwerking erg belangrijk om het gewenste resultaat te halen. In onze groep hadden we een goede afwisseling van serieus met het project bezig en gezelligheid. Daarnaast was er wel een soort van rollen verdeling binnen de groep met Marnix Zandstra als leider. Hoewel Marnix leider was durfde iedereen zich uit te spreken over zijn ideeën of wanneer hij ergens niet mee eens was. Ook was iedereen bijna altijd aanwezig bij de lessen en als dat niet het geval was moest je je natuurlijk afmelden wat de reden is van dat je niet kwam.

Dit resulteerde tot een goede samenwerking in de groep met geen ruzie, gezelligheid en goede resultaten. Iedereen hield zich aan de gemaakte afspraken en hierdoor was er ook weinig reden tot frustraties. De taken werden onderling vaak met overleg goed verdeeld en hierdoor was er geen discussie mogelijk wanneer iets niet af was. In de groep hadden we soms wel discussies over bepaalde punten binnen het project, iedereen kon dan zijn argumenten geven en uiteindelijk waren we het allemaal eens met de beslissing die gemaakt werd.

Mijn taak in de groep was dat ik vaak de aanjager was om bezig te gaan met het project en de gezelligheid even daarna te doen. Hoewel ik de gezelligheid ook heel fijn vond, vond ik vaak als eerst dat we toch eerst even bezig moesten met school en dat de gezelligheid daarna wel weer kan. Daarnaast gaf ik altijd mijn ideeën over bepaalde punten en probeerde ook anderen te overtuigen van hoe ik over dacht. Hoewel ik niet de leider kan ik mij goed staande houden in een groep.

Om terug te kijken op de samenwerking denk ik dat ik heel erg geluk heb gehad met het groepje dat ik heb kunnen krijgen. Het was zowel goed in de resultaten als de gezelligheid. Wat ik de volgende keer anders zou doen is dat we iets minder lang gezellig hadden als er nog wat moest gebeuren. En dan de gezelligheid na het werk wat we gedaan hadden, soms bleven we er iets lang in hangen en gebeurde er weinig op school gebied.


Andere projecten waarbij intensief heb samengewerkt zijn de game vanuit blok 2.1, The great North Run en het maken van de producten ECO-style en protocol testspelers. Tijdens deze projecten heb ik vaak in een groepje of in tweetallen samengewerkt. Om gezamelijk het doel te halen was met name de comminucatie, taken verdelen en je afspraken nakomen belangrijk.   

Bewijslast


4. Communiceert optimaal

De Sportkundige verwoordt, zowel in de Nederlandse als Engels taal, de eigen visie, plannen en besluiten mondeling en schriftelijk en benut hierbij verschillende (digitale) communicatiemiddelen.


Tijdens mijn stageperiode bij ECO-Coaching kreeg ik de verantwoordelijk van het testen van spelers die op proef waren bij SC Heerenveen. Hierbij moest ik de spelers testen op fysiek en op mentaal gebied en kijken hoe de speler in elkaar zat. Deze testspelers kwamen vaak niet uit Nederland maar uit landen zoals Noorwegen, IJsland, Mexico enzovoort. Tijdens het testen moest ik dus vrijwel altijd Engels praten en omdat ik ook op het mentale gebied moest testen, stelde ik vragen aan de testspelers hoe ze over bepaalde dingen denken en hoe ze over zichzelf denken. De resultaten van de test vulde ik in mijn eigen gemaakt testprotocol en dit protocol met daarbij een kort verslagje en advies ging naar de hoofdscouting van SC Heerenveen. Hierbij was de comminucatie tussen mij en de scouting van SC Heerenveen erg belangrijk dat het verslagje en advies aankwam en zo dus de informatie van de speler kregen. Via Tjalling van de Berg kreeg ik via de Whatsapp te horen wanneer er een testspeler aanwezig zou zijn. Ik kreeg ook via de Whatsapp te horen dat de scouting erg tevreden was met het testprotocol, advies en verslagje. Dus achteraf gezien ben ik erg tevreden met het resultaat op het gebied van communicatie en denk ik dat ik me erg heb ontwikkeld in deze competentie, zeker in het Engels praten want dat was eerder nog wel eens mijn zwakke punt. Maar door middel van stage heb ik dit zo kunnen verbeteren dat ook mijn Engels toets dit jaar op school een 6.7 is geworden. 


Tijdens het project Vitale stad is communicatie cruciaal voor een goed resultaat, daarnaast levert een goede communicatie duidelijkheid voor de hele groep. Wij gebruikten voor onze communicatie voor dit project voornamelijk Whatsapp maar daarnaast hebben we ook gebruik van Skype. Hierdoor wist iedereen waar we verzamelden elke dag en als iemand vragen had kon die via deze manier zo snel mogelijk door iemand worden beantwoordt. Via Skype hebben we in de vakantie de puntjes op de i gezet voor ons verslag van Vitale stad één. Zelf vond ik dit een heel fijne aanpak zo kon iedereen gewoon thuis werken in de vakantie maar hadden we toch met zijn allen contact. Ook Whatsapp is ideaal voor groepsactiviteiten als je met een vraag zat hoefde je het maar in de groepschat te zetten en vaak met 10 minuten had je antwoord. Verder hebben we de leraar ook altijd op de hoogte gehouden als we bijvoorbeeld thuis bezig gingen met het project en niet naar de les gingen, dit deden we via de schoolmail van de Hanze Hogeschool.

Dit aanpak resulteerde in een goede samenwerking en dus ook communicatie in de groep. Verder wisten we van elkaar altijd waar we mee bezig waren en konden we elkaar ten alle tijden helpen met problemen waar we tegen aan liepen. Mijn taak was net als alle andere ten eerste om altijd van je te laten horen. Maar ook om anderen te helpen met problemen. Een taak die ik wel had en de rest van de groep niet was dat omdat ik de enige niet Fries was en de andere groepsleden soms tegen elkaar Fries praten. Om te zeggen dat we weer over moeten gaan naar het Nederlands zodat ik ook altijd kon meepraten.

Ik was vaak tevreden met de communicatie maar soms kon het Fries praten met elkaar wat te erg. Dit zei ik dan ook tegen de andere groepsleden. Dit is het enige puntje wat de volgende beter zou kunnen, voor de rest was ik erg tevreden met communicatie die we hadden binnen de groep.

Bewijslast


5. Handelt adequaat in een internationale en interculturele omgeving

De Sportkundige toont sensitiviteit en betrokkenheid op basis van kennis van politieke-, sociaal-culturele- en economische ontwikkelingen en onderlinge afhankelijkheid van landen en regio’s. Hij handelt in de praktijk vanuit begrip, respect en empathie voor diversiteit en kan deze omzetten in een meerwaarde.


Op mijn stage ben ik verantwoordelijk voor de testspelers, deze testspelers hebben een week lang de tijd om zich in de kijker te spelen voor SC Heerenveen. ECO-Coaching is een onderdeel van deze week, waarbij ik aan de hand van een testprotocol kijk hoe goed deze spelers zijn zowel mentaal als fysiek. De spelers die bij ECO-Coaching komen om getest te worden zijn vaak niet Nederlands maar komen uit allemaal verschillende landen zoals IJsland, Mexico etc. Een keer kwam er een Oostenrijkse jongen bij mij om getest te worden deze jongen was Moslim en deed de ramadan. Een dag eerder was deze jongen al een keer flauw gevallen tijdens het trainen met SC Heerenveen. Ik krijg dus tijdens het testen te horen dat hij aan de ramadan deed en ik hier dus mee om moest gaan, wat betekende dat er weinig fysiek getest kon worden. Daarnaast spreek ik tijdens het testen ook veel met deze jongens en zo kom je van alles over hun cultuurverschil te weten, zoals dat zulke oefeningen die we deden bij de test nog nooit hadden gedaan en dat ze nog nooit hadden gehoord van een mentale test. Daarnaast merk ik ook een verschil in gedrag tussen Nederlandse jongens en Scandinavische jongens. Ik merk dat de Nederlandse jongens vaak wat sneller opgeven en vragen stellen waarom ze die oefening doen. Terwijl de Scandinavische jongens het over het algemeen langer volhouden en ook minder vragen aan mij. Ik denk dat zoveel in contact geweest met jongens van andere culturen mij goed heeft geholpen met het ontwikkelen van deze competentie en dat in nu ook beter kan omgaan met verschillende culturen.


Daarnaast heb ik ook de Internationale week The Great North Run gedaan dit jaar. Hierbij werden er groepjes gevormd van Nederlandse studenten en studenten van andere scholen uit andere landen. Met dit groepje gingen we opdrachten doen en dat in teken van The Great North Run en de bedoeling was om veel Engels te praten en te overleggen zodat genoeg punten binnenhaalde voor een voldoende hierbij merkte ik dat goede communicatie heel belangrijk is. Ik merkte tijdens de opdrachten dat ik wel iets anders dacht dan de Engelse uit mijn groepje, ik was meer van de grote lijnen terwijl dat zij meer van de details was. Al met al heb ik tijdens deze Internationale week veel geleerd over de verschillen tussen in het Nederland leren en die van het Engels en Duits. Hoewel ik vond dat het Duitse en dat van Nederland erg op elkaar leek. Deze week heb ik afgesloten met een mooie 6.7.  . 


Aan het eind van de eerste periode in het derde schooljaar was er een project genaamd international event West Ham United. Hierbij ging je in een groepje met studenten van verschillende scholen werken aan allemaal opdrachten over het onderwerp West Ham United. Ikzelf zat in een groepje met drie Nederlanders, één Koreaan, één Deen, één Let en iemand uit Finland.

Als eerst hebben we een Whatsapp groepchat aangemaakt om met elkaar te kunnen communiceren om bijvoorbeeld te overleggen waar we elke ochtend verzamelen. Verder hebben we besproken om alleen in het Engels te praten zodat iedereen kon meepraten en niemand zich buitengesloten voelde. 

Het resultaat van ons groepje is dat het international event West Ham United met een voldoende hebben afgerond. Dit hebben we gedaan door vrij goed samen te werken en te overleggen, hoewel dat niet vlekkeloos ging. Hierdoor zijn we ook niet bij de hoogste teams geëindigd.

Mijn taak in de groep was dit keer als leider samen met nog iemand, ik verdeelde de taken, leverde de meeste opdrachten en checkte of het gemaakt werk wel klopte. Verder vond ik het belangrijk dat iedereen aanwezig was en iedereen ook evenveel deed.

De volgende keer zal ik zeker als leider wat strenger moeten zijn als iemand minder bijdraagt aan de groep. Of wanneer er mensen niet aanwezig waren. Dat is de grootste les die ik heb meegenomen van dit project en verder is het lastig om constant Engels te praten zeker wanneer je dat ook moet doen tegen andere Nederlanders. Dan ben je snel geneigd om toch Nederlands te gaan praten met diegene.

Bewijslast


6. Handelt verantwoord en toont burgerschap

De Sportkundige is zich bewust van de ethische aspecten van het beroep en signaleert maatschappelijk en moreel actuele thema’s en draagt situatief, op een kritische en verantwoordelijke wijze, bij aan oplossingsrichtingen.


Tijdens mijn stage heb ik gebokst met iemand die door een hele zware periode ging. Zijn vrouw was bij hem weggegaan, hierdoor kon hij zijn kinderen niet meer zien en vlak nadat dat was gebeurt verloor hij ook nog zijn vader. Hierdoor zat flink in een dip en wist hij even niet meer hoe hij eruit moest komen. Hij constant stress en sliep hierdoor ook erg slecht, hierdoor hebben we bedacht of misschien boksen wat voor hem was om zo weer een beetje conditie te krijgen en om een manier om even wat opgekropte woede te uiten. Tijdens het aantal sessies boksen begon hij ook steeds meer tegen mij erover te praten en vroeg hij mij ook voor advies wat hij nu het best kon doen met bepaalde dingen over zijn gezondheid. Tijdens de bokssessies heb ik dus een vertrouwingsband opgebouwd met iemand die helemaal in het dal zat. We zijn deze bokssessies blijven houden en op dit moment is zijn conditie erg verbeterd en heeft hij ook minder opgekropte woede Daarnaast ben ik volgens hem ook een vast contactpersoon geworden en vastigheid wat hij op dat moment erg nodig had, waar ik heel erg blij mee ben om te horen. Verdere feedback is hieronder te lezen over mijn functioneren met Kaj.

Wat ik zelf van de bokssessies vond is dat ik verbaasd was hoe een beetje boksen iemand zo kon helpen, want je zag aan zijn lichaamstaal dat hij erg uitkeek naar dat moment. Daarnaast heb ik ook erg veel geleerd hoe je moet omgaan met iemand die zo in een dal zit. Op het begin was het toch even aftasten hoe ik dat nou het beste kon doen maar. De eerste paar sessies heb ik nauwelijks over zijn situatie gepraat en naarmate steeds meer en meer wat uiteindelijk vertrouwen van hem naar mij opleverde, met dat resultaat ben ik echt heel erg blij.   


Sinds december werk ik bij Prima Life Ruinen als fitnessinstructeur. Dit is een sportschool in het dorp waar ik woon, het is een sportschool waar iedereen iedereen kent, en de meeste mensen kennen mij ook al van gezicht omdat ik zelf ook in Ruinen woon. In de sportschool heb je natuurlijk erg veel verschillende mensen met ook verschillende doelen en een groot verschil in fanatisme. Ik heb in mijn eerste maanden erg geleerd hoe ik om moet gaan met deze verschillende mensen want je hebt de fanatieke mensen, deze mensen moet je blijven uitdagen zodat het niet gaat vervelen en het voor hun uitdagend blijft. Deze mensen zitten vaak ook op een hoger niveau in fitheid. Maar je hebt ook minder fanatieke mensen deze mensen moet je erg motiveren en ook veel complimenten geven wanneer ze iets goed doen, hierdoor blijven ze gemotiveerd daarnaast moet je bij deze mensen ook erg veel vernieuwen zodat het niet eentonig wordt. 

Het verschil in de mensen die in een sportschool resulteert dat je constant moet schakelen van trainer. De ene keer moet je de trainer zijn die totaal niet streng is en alles aanmoedigt en dat je al blij moet zijn als ze wat doen. De andere keer moet je wat de trainer zijn die constant de klant uitdaagt en ook wat strenger bent op de vorm van de oefening, hoe de klant de oefeningen uitvoert. Ook moet je met schema's hier rekening mee houden bijvoorbeeld bij iemand die wat minder fanatiek is ga je sneller simpele apparaten doen als iemand die wel fanatiek is hierbij ga je sneller deadliften en bankdrukken bijvoorbeeld.

Ik ben tevreden hoe het nu gaat, hoewel ik me nog wel beter in kan leven in klanten die niet zo fanatiek zijn. Ik denk dat ik daar nog beter in kan worden hoe je deze groep ook in beweging kan zetten. Daarnaast kan ik mezelf nog verbeteren op het vlak van duidelijkheid soms ben ik nog een beetje onduidelijk dat moet eruit als trainer.

Bewijslast